Als een ondernemer overlijdt, betalen de erfgenamen geen of weinig erfbelasting. Maar wel onder voorwaarden.
Om te voorkomen dat bedrijven moeten worden verkocht of opgedoekt na het overlijden van de eigenaar, is er de BOR: de bedrijfsopvolgingsregeling. Die regeling zorgt ervoor dat degenen die het bedrijf erven geen of heel weinig erfbelasting betalen.
De eerste miljoen euro (1.055.022 euro om precies te zijn) is helemaal vrijgesteld. Als de onderneming meer waard is, hoeft over slechts 17 procent van het meerdere erfbelasting te worden betaald. Dus bij een bedrijf dat 2 miljoen euro waard is, is slechts 0,17 * 945.978 = 160.646 euro belast met erfbelasting.
Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor de BOR moet je je wel aan bepaalde voorwaarden houden. Eén daarvan is dat het gaat om een ‘materiële’ onderneming. Er moet echt actief worden gewerkt in de onderneming. Een beleggingsmaatschappij of een vastgoed-BV kwalificeert doorgaans niet voor de BOR.
Deze grens wordt scherp gehanteerd, zo bleek onlangs in een rechtszaak. Twee kinderen erfden van hun moeder een BV met een waarde van 3,7 miljoen euro waarin onder meer een onderneming met een productielijn. Zij deden een beroep op de BOR, maar de Belastingdienst wees dat af. Daarop gingen de erfgenamen naar de rechter.
Beleggings-BV
Die was het met de Belastingdienst eens, omdat de productielijn weliswaar eigendom was van de vererfde BV, maar de BV deed weinig meer dan deze verhuren aan een andere onderneming.
Het verhuren van een productielijn valt volgens de rechtbank onder 'gewoon vermogensbeheer', zodat de BV eerder een beleggings-BV is dan een werk-BV. Daarom moeten de kinderen alsnog over de erfenis de 'normale' erfbelasting betalen.
Paul van der Kwast is onafhankelijk financieel planner en verdient geen geld aan de verkoop van financiële producten. Voor Z24 volgt hij de fiscale ontwikkelingen op de voet.
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl